
De zoektocht begint in het Gelders Archief. Een luchtfoto uit de Tweede Wereldoorlog is het eerste spoor waarmee ik een datum aan het bouwwerk kan koppelen. In september 1944 worden honderden luchtfoto’s gemaakt van Arnhem en omgeving in het kader van de operatie Market Garden. Op die foto’s is geen spoor te zien van het bouwwerk in de stuwwal. Als het voormalige slagveld in oktober 1944 opnieuw wordt gefotografeerd is ineens een loopgraaf zichtbaar die precies naar het bunkertje tegenover het Sint Elisabeths Gasthuis loopt! Deze ontdekking maakt duidelijk dat tussen de laatste foto van september en die van eind oktober 1944 het betonnen bunkertje tegenover het Sint Elisabeths Gasthuis is geplaatst.
De zoektocht gaat door in de Gelderland bibliotheek waar ik misschien wel honderd publicaties van heemkunde stichtingen vergeefs doorneem. Maandenlang wordt op vrijdagen de Universiteits bibliotheek van Wageningen bezocht om met een oude Sovjet stereokijker te turen naar geallieerde luchtfoto’s van Gelderland. Daar wordt duidelijk dat het spoor op de luchtfoto uit het Gelders archief niet op zichzelf staat maar dat er een lijn van veldversterkingen herkent kan worden langs het Pannerdensch Kanaal en Nederrijn tot Wageningen en tussen Wageningen en het IJsselmeer. Het betonnen objectje in Arnhem is waarschijnlijk onderdeel van een groter geheel… De dames van de bibliotheek van de Koninklijke Militaire Academie slepen voor mij met loodzware naslagwerken in mijn speurtocht naar een verklaring. Daar duiken voor het eerst de termen ‘Einsatz-Panther’ en Organisation Todt op! In het najaar van 2008 klop ik aan bij De Gelderlander en vraag om hulp. Mijn verhaal en vraag om hulp aan de lezers wordt opgepakt. Het levert een mooi artikel op en welgeteld één reactie van de heer B. Leyte die mij een zeldzame geallieerde kaart geeft met verdedigingswerken in Arnhem. Na deze actie via de krant besef ik dat ik lokaal geen antwoorden meer ga vinden.

In de regio zijn twee stichtingen gericht op militair erfgoed met aandacht voor 1944 en 1945: stichtingen Grebbelinie en Menno van Coehoorn. Op de website van de stichting Grebbelinie is net een artikel geplaatst over de ontdekking van drie betonnen buizen in Renswoude door Jan de Vries. Herkomst en functie van de buizen is onbekend en ook zij zoeken antwoorden. Het contact is snel gelegd en door het delen van kennis kunnen we in ieder geval verklaren wat het is, maar wanneer en met welk doel door wie blijft een raadsel. Het contact en bezoek aan de bibliotheek van de stichting Menno van Coehoorn blijkt een schot in de roos. Dhr Kamps van de studiecommissie deed geruime tijd onderzoek naar de bouw van verdedigingswerken in de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog in de Grebbevallei. Zijn verslag wordt belangeloos gedeeld. Het maakt mij duidelijk dat er tussen Nederrijn en IJsselmeer zware betonnen gevechtsbunkers zijn gebouwd door Nederlandse dwangarbeiders en dat dit in dezelfde periode gebeurt als de graverij langs de Nederrijn. Nu blijkt ook dat er in Ede, Hoevelaken en Nijkerk door heemkunde kringen artikelen zijn gepubliceerd over de bouw van verdedigingswerken op hun grondgebied, maar de samenhang en doel is nog steeds onduidelijk.

De vrijdagen naar Wageningen worden vrije-dagen in gemeentelijke en nationale archieven. Duizenden pagina’s uit internationale archieven worden aangeschaft en bestudeerd. Fora op het internet blijken een waardevol klankbord die zorgen voor antwoorden en nieuwe onderzoeksrichtingen op momenten dat het onderzoek vast zit. Zo blijkt het ‘Bunkerarchief’ in het Nationaal Archief en Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) een onschatbare bron van informatie over aantal, locatie en vorm van gebouwde verdedigingswerken. De informatie van verzetsgroepen in het NIMH en NIOD over activiteiten van de bezetter zijn ook van zeer grote waarde door de gedateerde berichten en omschrijving van objecten. Door die data kunnen gegevens uit contemporaine Duitse bronnen vergeleken worden.

Om de vraag over de functie van het bouwwerk in Arnhem op te lossen besluit ik om alle objecten digitaal vast te leggen. Elk object is opgemeten, in 3D getekend en bijzonderheden zijn vastgelegd. De tekeningen die vlak na de oorlog zijn gemaakt door het Bureau Registratie Verdedigingswerken (BRV) komen heel erg goed van pas. Sommige delen van bouwwerken zijn in de jaren onder het maaiveld verdwenen en door het werk van het BRV wordt duidelijk hoe het er vlak na de oorlog uit zag.

De technische vastlegging maakt ook verschillen duidelijk tussen identieke objecten. Ronde vormen bij het ene object waren rechthoekig bij een ander object. De uitvoering van dezelfde typen bouwwerken op locatie A blijken uniek t.o.v. uitvoeringen op andere locaties. Ook hier worden veel verklaringen gevonden in Duitse bronnen. Aanpassingen op ontwerpen en bouwvoorschriften onder druk van de dramatische situatie voor het Derde Rijk aan het eind van de oorlog blijken veelal de achterliggende reden voor geconstateerde verschillen. Door participatie van conflict-archeologen en medewerking van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland kunnen twee Kochbunkers in de tuin van het museum Arnhem onderzocht worden. Dat levert verrassende nieuwe informatie op over uitvoering van het bouwwerk en de inrichting. Eén conflict-archeoloog, Martijn Reinders, heeft op dat gebied bijzonder bijgedragen aan de zoektocht. De gezamenlijke veldonderzoeken, het delen van inzichten en delen van archiefvondsten hebben belangrijk bijgedragen aan het vinden van antwoorden.

Inmiddels is mij duidelijk geworden dat het verhaal van het onooglijke betonnen object met reclamefolders begint in de zomer van 1944 aan het oostfront, 1300km ten oosten van Arnhem. Daar heeft de NSDAP Gauleiter van Oost-Pruisen het idee om de Russische overmacht tot staan te brengen door gebruik te maken van de kleine betonnen objecten. Dat idee wordt omarmd en de wijze waarop de bevolking wordt ingeschakeld om de verdedigingswerken aan te leggen helemaal! Die werkwijze is de blauwdruk voor de bouw van verdedigingswerken in Nederland onder ‘Einsatz-Panther’. Nu ik het antwoord gevonden heb over doel en herkomst van het Arnhemse object is de bal rond. Het lijkt niet meer dan logisch dat ik deze queeste in Kaliningrad (Konigsberg) ga afsluiten. Op locatie zal ik zien waar het eerste object is gepresenteerd en hoe ze vervolgens in een lokale verdedigingslinie zijn ingepast. De reis is snel geboekt, lokale gids geregeld en lijst opgesteld van locaties om te bezoeken. Vertrekdatum 6 april 2020. Twee dagen voor vertrek worden Corona maatregelen afgekondigd voor Kaliningrad, het bezoek moet uitgesteld worden. Als compensatie bezoek ik Kochbunkers in het naastgelegen Litouwen met een lokale expert. Als ik twee jaar later een nieuwe poging wil doen is Rusland Oekraïne binnengevallen en is het als actief dienend militair niet slim om Kaliningrad te bezoeken, laat staan om op afgelegen oude militaire terreinen rond te struinen. Ik leg me erbij neer en besluit mijn queeste te sluiten met een publicatie over het betonnen object met de reclamefolders in de Arnhemse stuwwal.

